3xkunst.nl

Prinses Amalia
Niet ver hier vandaan.
werd er een prinsesje geboren.
Ze werd Amalia genoemd.
Met haren als het mooiste koren
was ze meteen beroemd.
"Het liefste kindje dat bestaat",
zei ma, "Dat kun je zo wel zien."
Kijk dan hoe zoet ze slapen gaat."
Zou het kloppen ? Nou. misschien.
Elke ochtend even voor zeven
zette Amalia, klein en fijn
een keel op dat heel het paleis deed beven.
Liepen lakeien met oordopjes van de pijn.
Amalia urineerde graag open en bloot.
Zonder luier roelde en woelde
zij zich koninklijk groot
tot haar plas liep en mamma joelde.


De prinses hield van neuzen.
Boven de wieg of met een bril
om ze te grijpen, die grote "reuzen"
voor een lach of voor een gil.
Kruipen deed zij achteruit
zoals het een prinses echt past.
Trots zei moeder: "Kijk onze spruit."
Tot ze verdween onder een kast.
Amalia zat graag op het potje.
De prinses ging dan ' op troon.'
Meestal voor niets maar "voor 't zotje."
Want ze zat er prinsheerlijk gewoon.
De prinses fietste snel op drie wielen,
zo vlug ze kon door het paleis.
Twee volg-lakeien, die steeds vielen,
raakten door de bochten van de wijs.
De prinses scheurde door de gangen.
Stopte niet eens meer bij de trap.
Dan greep ze snel nog aan wat stangen
en viel haar driewieler met een klap.
Ze speelde alleen de hele dag:
vliegen vangen voor haar spin.
Al hoorde je dan een giegellach
dan had ze het naar haar zin.

Als je het het toch eens waagde
haar speelgoed aan te raken
-zonder dat het haar behaagde-
nou, dan schreeuwde ze het van de daken.
De prinses was wild van muziek.
Ze smulde van alle klanken:
gitaar, trommels en klassiek.
Ze zong ook zelf, springend op de banken.
Iedereen moest met haar swingen,
al was het 's morgens zeven uur.
Dan stond ze in pyama hard te zingen.
Klonk het vijf kamers verder door de muur.
De brandweer was haar favoriet
met zwaailicht en sirene.
Het klonk haar als het schoonste lied.
Kon zij die niet even lenen ?
Ze vroeg voor haar verjaardagsfeest
een heuse brandweerkar.
Er zijn wel 89 lui geweest;
de slangen lagen kriskras door de war.
Ze at haar ontbijt zoals zij dat wilde:
muilezelinnemelk in zoete siroop.
En als ze nog even gilde
wat vers geplukte appel-stroop.
De prinses slurpte en schrokte,

sprak met volle mond.
Daarbij boerde ze en jokte
dat ze het niet lekker vond.
Wanhopig keek pa ma in de ogen:
"Ze is anders dan ik dacht."
Ma zei: "Kom, laten we onze tranen drogen,
ik hoor de gong, het toetje wacht."
Het hof werd gemailed
er geen woord van te vertellen.
Zo'n prinses is geen voorbeeld.
Stel je voor ! Dan begon iedereen te bellen.
De keukenhulp kon het niet laten
om zijn moeder iets te verklappen.
Dat kreeg de buurvrouw in de gaten
die iedereen vertelde van Amalia's grappen.
Vader was vaak in het land
met zijn lintjesschaar en laarzen aan.
Dan lachte hij breed naar elke krant
en ging expres in de modder staan.
Als hij in "Vaderland" was
en Amalia deed weer eens iets fout
dan belde ma naar pa's mobiele jas
en zei:"Liefste, onze schattebout."
Amalia ging ook wel logeren.
Dan nam ze wel tien koffers mee

vol barbies, boeken, kleren,
haar fiets en paarse bikini voor aan zee.
Haar mooie lange haar zat eens erg in de weg.
"Dat stomme kammen en wassen.
Niet langer meer, het is domme pech."
Ze bewaarde het in twee zilveren tassen.
Amalia sliep onder het fijnste zijden
in een rond bed met acht kussens aan de rand.
Ze sliep er op verschillende tijden,
altijd op haar linkerkant.
De paleisarts had er erg veel werk aan.
Hij kon nooit eens rustig in bad.
Al ging hij maar even onder de douche
dan was er wel weer wat.
Twintig breuken, pleisters wel tachtig
en alles voor haar zesde jaar.
Liters drankjes, vies en machtig.
Nee, de dokter was nooit klaar.
Amalia speelde het liefste buiten
verstoppertje of wat gooien met stenen.
Als pa voor het eten begon te fluiten
zag ze zwart van haar oren tot haar tenen.
Amalia had haar eigen boomhut
achter bij het muurtje.
Ze kon er uren lezen en bij een dut

zich warmen aan een vuurtje.
Daar kwam niemand haar ooit storen.
Niemand zeuren om wat moet.
Niemand tetteren aan haar oren.
Hier was alles eindelijk goed.
Ze keek er over de muur, over het volk
dat haastig aan het werk ging.
Dan speelde ze spelletjes met een dolk
en zoog een rolletje King.
Bruin was Amalia's liefste paard.
Ze reed met ma vaak een rondje.
Ze borstelde Bruin van hoofd tot staart
en gaf hem dan een klontje.
Zondags trok Bruin de koets naar zee
met veel volk aan de kant.
Dan gingen er koffers vol schepjes mee
en stond het maandag in de krant.
Het volk, ja dat zwaaide veel
op straat of in een zaal.
Zij joelden samen in 't gareel.
Amalia sprak:" Doe toch normaal."
De mensen wilden dat niet horen,
gingen staan en riepen luid:
"Jij bent als prinses geboren,
voor ons, volk, daarmee uit !"


Amalia sprak:"Ik heb geen zin
in zwaaien en wat lachen.
Ik wil gewoon met een vriendin
wat keten en wat raggen."
Vader kwam lachend op t.v.:
"Ze is nog lang niet klaar.
Maar straks doet ze heus wel mee.
Geduld, het vlees is nog niet gaar."
De paleislessen volgden meteen:
leren zwaaien en lintjes knippen.
Maar onze prinses zat heel alleen
wat heen en weer te wippen.
Bij het eten van een malse ree
zei Amalia tot pa en ma:
"Echt, ik doe er niet aan mee."
En het werd stil tot aan de hopjesvla.
Vader ging staan met een tik aan zijn glas:
"Lieve kind, het moet gewoon.
Jouw gedrag, dat geeft geen pas.
Straks behoort jou de kroon."
"Later als je groter bent,
zo slim en wijs als ma.
Als je alle regels kent
doe je ons wel na."

"Nooit !", zei Amalia en ging van tafel af,
stampend door de gangen heen.
Naar buiten ging het op een draf
tot bij haar hut, huilend en alleen.
"Nooit voor mij die poppenkast,
ik doe er niet aan mee!
Het is een broek die mij niet past.
Dit was niet mijn idee!"
Vanaf toen gilde de prinses
weer alles bij elkaar.
Al las maar iemand haar de les
dan waren de rapen gaar.
Tante Rina werd gebeld.
Zij sprak met pa en ma.
Amalia's koffers werden geteld.
Daar stond ze: "Dus ik ga ?'
"Het is maar voor tien dagen.
Je komt er heus wel door.
We zullen dagelijks naar je vragen.
Je blijft onze liefste, hoor."
Nou, dat was geen straf.
Want tante had een enorm bos
waar Amalia uren lekker maf
kon rennen of wat zitten op het mos.
Tante liep ook wel eens mee.

Ze vertelde dan wel honderduit.
Al zag ze plots een wilde ree
zei ze zacht: "Geen geluid."
Tante Rina begreep haar
en zo maakte ze een plan.
Na tien dagen was het klaar.
"Geloof me, kind, het kan."
Amalia keerde terug
ontvangen met veel tranen.
Ze was nu niet meer zo wild,
vonden ook haar onderdanen.
Welk plan ze had ???
In elk geval werd er niet meer gegild.
Kom, we volgen Amalia op haar pad.
Ze voert vast iets in haar schild.
Bij haar boomhut zocht ze takken
lange takken; dik en rond.
Ze liet ze langszaam zakken
tot op de muur, waar zij ze bond.
Een brug ! Vanuit de hut !
Ze kon nu zo naar buiten !
Maar wat smeerde ze voor prut
van haar gezicht tot aan haar kuiten ?
Daar liep een donker meisje
huppelend over straat.

Ze floot een vrolijk wijsje
waarheen is het dat zij gaat ?
Donkere Amalia zocht vriendinnen
om te spelen, heel gewoon.
Verstoppertje, tikkertje, iets verzinnen.
Zonder te denken aan de kroon.
Niemand herkende Amalia, zo zwart
aan die kant van de muur.
Eenmaal terug poetste ze hard,
nog voor het eten van zes uur.
Yasmin en Amalia werden vriendinnen
die elkaar telkens vonden.
Alleen Amalia moest steeds verzinnen
waarom ze niet eens bij haar spelen konden.
Yasmin woonde gewoon
in de oude dorpstraat.
Niet alles was thuis schoon;
er stond wel eens een vuile vaat.
Amalia's verjaardag was op een dinsdag
dus de hal werd mooi versierd.
Met veel verpakte lach
werd het feest heel groots gevierd.
De jarige job liet om stilte vragen.
En zo nam zij het woord:
"Nooit zal ik de kroon ooit dragen."

Iemand zei:" Dit is ongehoord.'
Pa en ma bleven stokstijf staan
en ontvluchtten toen het land.
Zij konden dit niet langer aan.
Hier was geen kruid tegen bestand.
Oma kwam nu logeren.
Ze nam een hondje mee.
Voor Amalia om te leren;
om te wandelen bij de zee.
Drie keer te laat aan tafel
maar oma werd niet boos.
Ze vertelde dan van opa;
ze vertelde een hele poos.
Van de reizen en de mensen
die zij zagen onderweg.
Van opa's grote wensen.
Van klein geluk, van grote pech.
Toen de bel ging na zeven dagen
was het verhaal nog lang niet klaar.
Amalia wilde nog wat vragen
maar haar ouders waren daar.
Pa en ma met veel kadootjes
waren weer terug van weggeweest.
Bij de chips en wat nootjes
werd nagesproken van haar feest.


"Waarom,"sprak vader "Mijn lieve kind."
Waarom ben jij niet zoals wij ?
Zeg maar wat je zelf vindt,
wij luisteren allebei."
Heel rustig met een blik naar oma
sprak Amalia haar vader aan:
"Het is als de droom van opa
dat ik mijn eigen weg wil gaan."
"Het is thuis wel fijn en lekker groot
en ik moet ook nog zo veel leren.
Maar, en ook al klinkt het idioot,
't liefst wil ik me laten adopteren.'
Ma viel achterover flauw
waar pa haar nog net ving.
Mijn god, hoe moest dit nou ?
Was het echt beter dat ze ging ?
Moeder huilde een vijver vol,
dat begrijp je zeker wel.
Ze sprak: "Kind, dit is werkelijk te dol.
Je kan toch alles krijgen; je trekt maar aan de bel."
Boos zijn hielp niet,
huilen evenmin.
Zelfs een mooist gezongen lied:
het had geen enkele zin.

Amalia bleef er bij
en moeder werd wanhopig.
tot vader eindelijk zei:
"Het moet dan maar voorlopig."
Toch zat er nog veel tijd in
voor de advertentie stond:
"Koningskind zoekt pleeggezin
voor enige tijd, met hond."
Postbodes in het hele land
kwamen uren later thuis.
Het liep volledig uit de hand.
Een berg post lag voor het koninklijke huis.
Er lagen 77 duizend brieven,
lief of leuk, raar of rond.
Sommige gingen voor het geld,
anderen juist voor de hond.
Ministers moesten aan de slag
om tien brieven uit te kiezen.
Ze werkten 's nachts en overdag.
Er was geen tijd meer te verliezen.
Deden ze het met ogen dicht
of werd er iene miene mutte gedaan ?
In elk geval zag ik bij het ochtendlicht
plots de hoofdminister staan.
Hij gaf Amalia's pa er tien in handen.

Viel toen slapend op de grond.
Tien in een kist met gouden randen.
Tja, wat daar nou in stond.
Tien brieven, tien gezinnen
waar Amalia welkom was.
Dus tien keer kwam bezoek naar binnen.
Maar met wie was zij nu in haar sas ?
Ma zag het al voor pa het aan haar vroeg:
Amalia's keus zat er niet bij.
"Het is mij niet gewoon genoeg.
Niet eentje in de rij."
De steentjes van de oprijlaan
knerpten onder twee bandjes.
Het kwam van niet zo ver vandaan,
dat meisje, fietsend met losse handjes.
Als schotels werden Amalia's ogen.
Haar mond viel naar benee.
Was het echt waar niet gelogen ?
Daar fietsteYasmin als goede fee !
Ze stopte. Pakte toen een envelop.
Liep stevig naar de voordeur toe.
Even later: "Plop."
Amalia vloog nu, zo snel, ze wist niet hoe.
"Yasmin !", schreeuwde ze snel
en Yasmin keek achterom.

Ja, die stem die kende ze wel,
maar niet dat gezicht, dat was zo dom.
Yasmin was enorm geschrokken
en fietste snel naar huis.
Had Amalia al die tijd zitten jokken ?
Hier was iets echt niet pluis.
De brief in Amalia's hand
was als elke andere brief.
Alleen nu werd ze van binnen warm want
Yasmin was haar o, zo lief.
Yasmin vertelde aan tafel, kwart voor zes,
ze was nog maar net binnen.
Donkere Amalia een prinses ???
Dat kon je toch niet verzinnen ?
Daar klopte iemand aan de deur.
"Kom binnen, het is open."
Yasmin viel nu van haar stoel.
Daar stond Amalia, hijgend van het lopen.
Prinses Amalia vertelde wel twee uur
over de kroon, de hut en het plan.
Veel te laat terug bij de muur.
stond daar ineens een man.
"Waar was jij ?", vroeg de man
met de stem van haar pa.
' Mag ik weten hoe dit kan ?"

Huilend liep Amalia nu in de armen van haar ma.
Tijdens het late avondeten
vertelde ze het pa en ma helemaal.
Van Yasmin en de tijd die ze was vergeten.
Van het plan, de muur, het hele verhaal.
Die nacht deed ze geen oog toe.
Ze had te veel gezien.
Toch was ze helemaal niet moe.
Ze wist: "Ik wil naar Yasmin."
Yasmin nam haar pa en ma mee
naar Amalia, zij wachtte nu al dagen.
De ouders dronken kopje thee
en stelde beleefde vragen.
Amalia's moeder vroeg na een glaasje wijn.
"Lieve dochter, wil je met hen mee ?"
"Ja, mamma. Dat lijkt me erg fijn."
Moeder pinkte een traantje weg maar zei toch: o.k."
Vader sprak: "Voor twee jaar mag Amalia mee,
met haar hondje en haar pop.
Elke zondag is ze welkom op de thee;
elke donderdag bellen we zomaar even op.
Amalia zou donkere Amalia blijven,
dat viel voor het volk tenminste niet op.
In huis kon ze ze zich dan na vijven
wassen met zeep en wat sop.


Ze mocht twee koffers pakken
en alles moest daar in:
de schoenen met de hoge hakken,
haar knuffel en haar spin.
Daar liepen ze door het bos:
pa, ma en de prinses.
Haar hondje liep er zomaar los
en plaste nog eens bij de rode bes.
Bij de boomhut naast de heg
veranderde Amalia weer van kleur.
Vele traantjes stroomden weg
bij het afscheid voor de deur.
Daar kroop Amalia naar de muur
met veel zin in nieuw avontuur.
Lucas Rood

Source: http://3xkunst.nl/images/lucas/juliaantje.pdf

Microsoft word - manual fpii_versao_final_160211.docx

MANUAL DE ORIENTAÇÕES ÀS FARMÁCIAS E DROGARIAS CREDENCIADAS NO “AQUI TEM FARMÁCIA POPULAR” OBJETIVO DO “AQUI TEM FARMÁCIA POPULAR” Levar o benefício da aquisição de medicamentos e insumos essenciais a baixo custo ou gratuitamente a mais lugares e mais pessoas, aproveitando a dinâmica da cadeia farmacêutica (produção - distribuição - varejo), por meio de pa

babec.org

Section 1 - Chemical Product and Company Identification MSDS Name: Ampicillin Sodium Salt Catalog Numbers: BP1760-5, BP176025, BP17605, BP1760500GM, BP690-5, BP691-5, BP6915, S71693R, XXBP1760500G Synonyms: Alpen-N; Amcill-S; D-Alpha-aminobenxylpenicillin sodium salt; Ampicillin sodium salt Company Identification: Fisher Scientific 1 Reagent Lane Fair Lawn, NJ 07410 For information

Copyright © 2014 Articles Finder